Eindelijk.. het is weer zo ver: ik ben weer in mijn jaarlijkse tulpenmanie beland. Nog twee weekjes wachten, dan ga ik naar…
Continue reading
bollen
Vet tuinprobleem
Dit moet ik toch effe kwijt vandaag: de laatste tijd zie ik, telkens wanneer in mijn tuin kom, deze gapende gaten in de grond. Het zijn de plekken waar ik…
Continue reading
Tulpen planten in de regen
Het is tijd tulpenbollen in de grond te doen. Of althans, dat kon eind september al, maar ik was er nog niet aan toegekomen.
Tulpenbollen kun je in principe nog…
Continue reading
Eremurus
Het is nog september, het kan nog net: ik heb eremurussen geplant in mijn tuin. Daarmee heb ik me heel wat op de hals gehaald, want eremurus hoort eigenlijk helemaal niet thuis in onze streken. Dus veel extra aandacht is nodig, en zelfs dan…
Continue reading
Tuinieren = verheugen
Ziehier mijn ‘oogst’ van afgelopen weekend: ik kon het weer niet laten. Zodra je mij loslaat op een plantjesmarkt, MOET ik iets kopen, en het liefst meerdere soorten planten. Op de een of andere manier heb ik altijd plek over in mijn tuin voor nieuwe
Continue reading
Ode aan de allium (2)
Eerder deze week schreef ik dat ik alliums zo mooi vind, maar dat het tegelijkertijd tere prinsesjes zijn, omdat ze zo makkelijk omvallen. Ik kan daar nog een nadeel aan toevoegen: ze voelen nogal snel nattigheid. Een natte, zachte winter is vaak funest voor ze – dan verrotten hun bollen. Het liefst staan ze pontificaal in de zon, in goed doorlatende grond. Gelukkig kun je ze een handje helpen wat dit betreft: vorig jaar heb ik bij het planten van alliumbollen eerst een beetje grit in het gat gestrooid en daarna de bollen erop gelegd: dan maak je de kans groter dat ze bij aanhoudend nat weer droge voeten houden.
Er bestaan allerlei soorten alliums. De allium hollandicum “Purple Sensation” is een van mijn favorieten: stijlvol, deftig, parmantig, en toch kloek.
Van de alliumsoorten komt hij het eerst op in het voorjaar. Hij heeft de ongelooflijkste kleur lila die je maar kunt bedenken. Schrik niet wanneer zijn slappe bladeren al afsterven voordat de bloem zich volledig heeft ontvouwd – dat hoort erbij.
Een andere allium die je gezien moet hebben (en waarmee je gezien kunt worden, for that matter), is de allium schubertii.
Hij is lekker extreem, met een top vol bloemetjes op lange stengeltjes, als vuurwerk dat uiteenspat in de lucht. Zet hem wel vooraan in je border, want met zijn korte stengel zien jij en de zon hem al snel over z’n knotsgekke punkhoofd.
Alle alliums zijn natuurlijk prachtig, maar er is geen allium die kan tippen aan de allium cristophii.
Ik noem het maar even op: die keurig gerangschikte, geometrische bloemetjes, die mauve kleur paars, die out-of-this-world zilveren gloed die over dat paars ligt. De cristophii heeft iets gewichtloos en ongrijpbaars doordat je dwars door z’n bloem heen kunt kijken – het lijkt wel alsof er ijskristallen voor je ogen zweven. Vanwege z’n zachte kleur combineert hij goed met allerlei andere pastelkleurige bloemen, zoals rozen, geraniums en siererwten – bij je tuininrichting maakt hij het je wat dat betreft een stuk makkelijker dan andere, feller gekleurde alliums. Nog lang nadat ze zijn uitgebloeid laat ik mijn allium cristophii staan, want ook in gemummificeerde toestand zijn ze compleet geweldig. Of ik zet ze gedroogd in een vaas, dan hoef ik tijden geen bloemen te kopen. En misschien ga ik ze dit jaar wel echt in de kerstboom hangen.
Het fijne van alliums is dat ze zichzelf als een dolle uitzaaien in je tuin. Het worden er al snel zoveel dat je ze moet uitdunnen. Maar dat vind ik niet erg. Tere prinsesjes mogen alles maken bij mij.
Ode aan de allium (1)
Ze doen me denken aan mijn uitbundige vriendin Janina in een polka dot dress, op een zonnige ochtend. Maar ik zie ook meteen hip behang voor me, en van die stijlvolle kerstballen die je per stuk koopt, in de chiquere winkels.
Er is geen bloem die stijlvol & hip beter in zich weet te verenigen dan de allium. Ik zie ze graag in de tuin, liefst met een heel stel tegelijk, dan zijn het net dansende stippen op een notenbalk.
Het zijn altijd de alliums die begin mei de show overnemen van de tulpen. Alsof ze willen zeggen: yiha, de zomer komt er nu echt aan! In april, als de tulpen in vol ornaat zijn en het nog best koud is buiten, laten alliums vanuit hun bol hun lange, slappe bladeren groeien; het lijken wel octopusarmen.
Die bladeren zijn zo slap dat je denkt: jemig, kan het nog wel wat worden met dit plantje? Is-ie ziek, heeft-ie misschien dringend water nodig? Maar dan komt de steel, die gestaag recht omhoog groeit en steeds dikker wordt. Het lijkt eerst een distel te worden: de bloem bovenop is nog vrij plat.
Maar dan wordt de knop ronder en verschijnt er een ultradun, matwit vliesje omheen – een vliesje dat wel een membraan lijkt, zo dun. Als het openbreekt, beginnen de bloemblaadjes te groeien, op fragiele stengeltjes. Het feest kan dan beginnen: het openvouwen van de alliumbal. Dat proces heeft iets magisch, alsof je een levende pop-up kaart voor je hebt. Elke keer als ik in mijn tuin kom, kijk ik hoe ver de alliumbloemen zijn met opengaan. Hun uiteindelijke bal heeft iets perfects, vind ik. Is het niet ontzagwekkend dat de natuur zo’n mooie ronde vorm kan maken? Ik wacht altijd in spanning af hoe groot de bloemen van m’n alliums worden. Hoe groter, hoe mooier.
Maar die grootte is tegelijk ook de zwakte van de allium: hij kan een stengel krijgen van soms wel 90 cm lang, en met zo’n joekel van een kop d’r op krijgt-ie de neiging pardoes om te kukelen. Of, zoals ik van de week had: bij het grasmaaien trek je iets te onoplettend aan je elektriciteitssnoer, en maai je behalve het gras ook je innig geliefde allium tegen de vlakte. Au! Hou ze dus in de gaten die alliums, want hoe indrukwekkend ook, het blijven tere prinsesjes.
Later deze week meer over alliums.
Tulpenmanie
Dit zijn geen rozen of andersoortige bloemen, maar tulpen die behoorlijk hysterisch te keer gaan – en van mij mogen ze. Ze doen me nog het meest denken aan de vrolijke papieren slingers die ik als kind bij ons thuis mocht ophangen als ik jarig was. Je trok ze als een harmonica uit elkaar, met kloppend hart van opwinding – ik ging er om vijf uur ’s ochtends al mijn bed voor uit. Wat een geluk was dat – zeker een dikke 11 op een schaal van 1 tot 10.
In mijn tuin staan trouwens nog meer tulpen die helemaal niet lijken op het klassieke beeld van de tulp. Wat dachten jullie van deze, die doet alsof hij een dahlia is:
En deze, dit is mijn mooiste bloemenfoto van de maand, durf ik nu al te zeggen:
Kortom, dit was mijn blog voor vandaag. Ik ga snel ga tussen mijn tulpen zitten.
Kieskeurige keizerskroon
Dit is nou toch jammer: hier heb je twee leuke frisgroene planten in mijn tuin, maar bloeien ho maar. Al twee jaar geleden heb ik ze geplant en ze hebben tot nu toe steeds botweg geweigerd mee te doen aan de lenteshow. Tot overmaat van ramp ontdekte ik ook nog een leliehaantje op het blad: als je goed kijkt zie je op de linkerplant een rood kevertje zitten zonnebaden. Hij heeft net z’n ontbijt genoten, want een stukje verderop is een deel van het blad weggevreten.
Ik werp momenteel jaloerse blikken op allerlei tuinen waar de keizerskronen het wél fantastisch doen – vooral in de ravissante perken in dierentuin Artis laten ze hun volledige glorie zien, dat is echt een bezoekje waard, en trouwens een pluim voor de hovenier van Artis zeg, wat maakt die man/vrouw er een geweldig botanisch feest van daar.
Wanneer een keizerskroon het doet zoals hij het hoort te doen, krijgt hij in het midden een stengel die wel 1 meter 20 hoog kan worden, met daaraan een tros bloemen met daarbovenop een dot groene frutsels, kortom: een hip inboorlingenkapsel uit de binnenlanden van Afrika.
Ik vind mijn keizerskronen-débâcle des te erger omdat ik die eigenwijze hufters zo hard nodig heb (ze heten trouwens fritillaria imperialis in het Latijn – een lekker toepasselijke, hautaine naam, vind je niet?). De bloemen van keizerskroon geuren namelijk naar muskus (naar vossen- en kattenpis, zeg je in plat oud-Hollands) en daar rennen mollen heel hard voor weg. Ik zou persoonlijk een moord doen voor een goeie oplossing van mijn mollenprobleem, want ze richten onnoemelijk veel schade aan in mijn tuin, wat behoorlijk irritant is. Ja, je hebt mollenklemmen en gif, maar sorry hoor, dat gaat mij echt een brug te ver. Dan maar één blijven met de natuur – ook al is die ongenadig.
Misschien willen mijn keizerskronen me gewoon een lesje geduld leren: ik heb van kenners begrepen dat het kieskeurige planten zijn die er soms jaren over doen voordat ze zich verwaardigen een bloem te laten zien. Het is een beetje als Máxima en Willem-Alexander: daar moeten wij onderdanen ook jaren op wachten voordat we ze een hand mogen geven, en dat maakt het stel natuurlijk des te leuker. Eén keer heeft Máxima mij 1 seconde aangekeken en naar mij gezwaaid, vanuit die smetteloze gouden koets in die smetteloos witte bruidsjurk van haar – wat voor mij een hemels onbevlekt moment was. Moet je nagaan, ik ben niet eens koningsgezind.
Maar ter zake: vind je de keizerskroon ook zo’n mooie plant en houd je net als ik stiekem ook wel een beetje van die stinklucht in je tuin? Dan heb ik nog een geheimtip voor je. De bollen van de keizerskroon zijn indrukwekkend groot, het zijn een soort hamburgers – en ze vragen een speciale behandeling: plant ze op hun zijkant in de grond. Ze hebben namelijk een vrij grote holte, en als daar te lang water in blijft staan, verrotten ze en ben je nog verder van huis dan ik nu ben. Plant ze 20 cm diep en 30 cm van elkaar. En laat me te zijner tijd weten of ze bij jou net zo moeilijk deden als bij mij:-)