Het is er altijd en het groeit altijd harder dan je denkt: dat rottige, hondsbrutale, woekerende onkruid. Onkruid is eigenlijk niets anders dan een verzamelnaam voor de plantensoorten die zich het meest thuisvoelen in je tuin – in tegenstelling tot de planten waarop je zo verliefd werd in het tuincentrum; die horen helemaal niet in je tuin, en zouden zonder jouw intensive care hopeloos ten onder gaan. Onkruid trekt namelijk de voedingstoffen uit je grond en steelt het licht van je planten, waardoor die in no time kunnen veranderen in zielige hoopjes ellende, en uiteindelijk helemaal worden platgewalst. Kortom: de basis van tuinieren is onkruid de baas blijven. Dat doe je het best door zo regelmatig mogelijk te wieden – dat bespaart je uiteindelijk de meeste tijd.
Vind je wieden geen leuke klus? Mwoah, het heeft ook wel iets meditatiefs en rustgevends, vind ik, om op je knieën te gaan zitten en geduldig met je handen je borders vrij te maken van al die ongenode gasten. Bovendien heb je in één adem door ook de gelegenheid je planten eens van dichtbij te inspecteren en te kijken hoe het met ze gaat. En het is natuurlijk een mooie spieroefening; de sportschool kun je die dag overslaan.
Onkruid groeit op dit moment nog niet zo hard als straks in mei – dan gaat het echt als een dolle tekeer, dus wees erbij voordat het zich verspreidt en zaad gaat zetten. Is je grond droog, dan kun je de uitgetrokken onkruidjes laten liggen. Is je grond vochtig, dan moet je ze op de composthoop gooien of in een afvalzak deponeren, anders groeien de worteltjes gewoon weer de aarde in.
Als ik je één raad mag geven, opgedaan uit jarenlange frustratie: pak vooral hardnekkige onkruiden zeer streng aan. In mijn tuin staat winde (oftewel “pispotje” – gna gna, een lekker vervelende naam voor een heel irritant plantje) nummer 1 op de lijst van meest gehate onkruiden. Om meerdere redenen:
- Het is een buitengewoon agressieve plant die zich als een wurgslang om je planten heen strengelt.
- Zijn talrijke bladeren hangt hij voor de gastplant, waardoor die geen licht meer krijgt en verzwakt.
- Hij laat zijn wortels meters ver allerlei kanten uitwaaieren en verstopt die tot wel een halve meter in de grond. Het ergste van alles is: als je aan die wortels trekt, breken ze heel makkelijk af, en uit zelfs het kleinste snippertje wortel dat in de aarde achterblijft, kan zich weer een heel nieuwe, akelige Triffid vormen. Kortom: door bovengronds lukraak aan een paar windes te trekken creëer je alleen maar meer satellietplantjes in plaats van minder.
De truc is om lopen op je borders zo veel mogelijk te vermijden, zodat je grond mooi los blijft, dan zitten de windewortels minder vast en breken ze minder snel af wanneer je ze eruit trekt. Een andere truc, maar die is voor gevorderden, is precies de juiste hoeveelheid kracht zetten als je aan zo’n wortel trekt: hard genoeg om hem in z’n geheel uit de grond te trekken, maar ook weer niet zo hard dat hij breekt. Het gevoel dat ik heb als het me lukt om zo’n hele witte wortel er in één keer uit te trekken, is zalig. “Yiha, weer een alien minder!” denk ik dan. Alsof ik een pijnlijke splinter in één keer uit mijn vinger hebt getrokken… wat een verlichting.
Toen ik mijn tuin kreeg in 2006, zat de grond vol met winde. Eerst had ik nog niet zo door hoe verschrikkelijk dat was, maar na twee jaren van achteloze onwetendheid zat het echt overal – en leek het alsof het niet meer weg was te krijgen. Acht jaar later voer ik nog steeds een verwoede strijd tegen deze plant, en ik heb het idee dat ik het nog eens ga winnen van de walgelijke winde. Maar ik voel dat ik mijn aandacht nog lang niet kan laten verslappen.
Hoi Edwin,
Wat geniet ik van je verhalen. Super!!
Ik wil graag je tuin een keer komen bekijken.
Liefs Janet Korte
Hi Janet, dank je wel voor je lovende woorden, dat is heel leuk om te horen. Je bent van harte welkom.