Dit is nou toch jammer: hier heb je twee leuke frisgroene planten in mijn tuin, maar bloeien ho maar. Al twee jaar geleden heb ik ze geplant en ze hebben tot nu toe steeds botweg geweigerd mee te doen aan de lenteshow. Tot overmaat van ramp ontdekte ik ook nog een leliehaantje op het blad: als je goed kijkt zie je op de linkerplant een rood kevertje zitten zonnebaden. Hij heeft net z’n ontbijt genoten, want een stukje verderop is een deel van het blad weggevreten.
Ik werp momenteel jaloerse blikken op allerlei tuinen waar de keizerskronen het wél fantastisch doen – vooral in de ravissante perken in dierentuin Artis laten ze hun volledige glorie zien, dat is echt een bezoekje waard, en trouwens een pluim voor de hovenier van Artis zeg, wat maakt die man/vrouw er een geweldig botanisch feest van daar.
Wanneer een keizerskroon het doet zoals hij het hoort te doen, krijgt hij in het midden een stengel die wel 1 meter 20 hoog kan worden, met daaraan een tros bloemen met daarbovenop een dot groene frutsels, kortom: een hip inboorlingenkapsel uit de binnenlanden van Afrika.
Ik vind mijn keizerskronen-débâcle des te erger omdat ik die eigenwijze hufters zo hard nodig heb (ze heten trouwens fritillaria imperialis in het Latijn – een lekker toepasselijke, hautaine naam, vind je niet?). De bloemen van keizerskroon geuren namelijk naar muskus (naar vossen- en kattenpis, zeg je in plat oud-Hollands) en daar rennen mollen heel hard voor weg. Ik zou persoonlijk een moord doen voor een goeie oplossing van mijn mollenprobleem, want ze richten onnoemelijk veel schade aan in mijn tuin, wat behoorlijk irritant is. Ja, je hebt mollenklemmen en gif, maar sorry hoor, dat gaat mij echt een brug te ver. Dan maar één blijven met de natuur – ook al is die ongenadig.
Misschien willen mijn keizerskronen me gewoon een lesje geduld leren: ik heb van kenners begrepen dat het kieskeurige planten zijn die er soms jaren over doen voordat ze zich verwaardigen een bloem te laten zien. Het is een beetje als Máxima en Willem-Alexander: daar moeten wij onderdanen ook jaren op wachten voordat we ze een hand mogen geven, en dat maakt het stel natuurlijk des te leuker. Eén keer heeft Máxima mij 1 seconde aangekeken en naar mij gezwaaid, vanuit die smetteloze gouden koets in die smetteloos witte bruidsjurk van haar – wat voor mij een hemels onbevlekt moment was. Moet je nagaan, ik ben niet eens koningsgezind.
Maar ter zake: vind je de keizerskroon ook zo’n mooie plant en houd je net als ik stiekem ook wel een beetje van die stinklucht in je tuin? Dan heb ik nog een geheimtip voor je. De bollen van de keizerskroon zijn indrukwekkend groot, het zijn een soort hamburgers – en ze vragen een speciale behandeling: plant ze op hun zijkant in de grond. Ze hebben namelijk een vrij grote holte, en als daar te lang water in blijft staan, verrotten ze en ben je nog verder van huis dan ik nu ben. Plant ze 20 cm diep en 30 cm van elkaar. En laat me te zijner tijd weten of ze bij jou net zo moeilijk deden als bij mij:-)