Tijdens de Open Tuinen Dagen in de Amsterdamse grachtengordel wemelde het afgelopen weekend van de bezoekers. Ik was er een van. Het was leuk om eens een kijkje te nemen achter die beroemde grachtenpanden. Het zijn…
Continue reading
Andere tuinen
Slakkenrok
In reactie op mijn slakkenverhalen hier op dit blog hoor ik van verschillende kanten (en daarmee doel ik op de mensen die het “natuurlijk tuinieren” aanhangen) dat je helemaal niks tegen slakken moet doen. Je moet ze juist…
Continue reading
Naar de bollen, naar die prachtige bollen…
De Engelsen hebben de Chelsea Flower Show, wij onze wereldvermaarde Keukenhof. Met het schaamrood op de kaken moet ik als gelukkige tuinman bekennen dat ik er dus…
Continue reading
Een heerlijk tuinboek
Goed nieuws voor mensen die zoals ik van tuinieren én lezen houden: het heeft uitgeverij Lemniscaat behaagd een hele nieuwe, frisse, herziene en aangevulde versie te publiceren van Alma Huiskens’ en Doortje Stellwagens boek Groentje in de moestuin. Het idyllische plaatje dat je hierboven…
Continue reading
Telegraph Hill forever
I found my thrill on Blueberry Hill zingt Fats Domino in mijn hoofd. Wat een prachtig, swingend, vrolijk en tegelijkertijd hartverscheurend dieptriest en ook weer troostend liedje is dat toch: de maan staat stil op Blueberry Hill, je denkt je grote liefde te hebben ontmoet, maar dan…
Continue reading
Less is more
In andermans tuin lekker tekeer gaan met de snoeischaar: dat deed ik afgelopen weekend samen met een stel medecursisten van de tuiniercursus die ik dit najaar aan het volgen ben.
Normaalgesproken zitten we…
Continue reading
Vorstelijk tuinieren
Gisteren zag ik op het journaal dat onze Koning een containerverblijf in zijn tuin laat bouwen. ‘Gelijk heeft-ie’, was mijn eerste reactie: als je geen villa in Verweggistan-Mozambique mag, dan maar totally low budget vergaderen in je achtertuin – om daarmee je onderdanen eens…
Continue reading
Nachtbraker
Hier ging het allemaal om, gisteravond, in de Amsterdamse Hortus: de bloem van de Victoria Amazonica, koningin der waterlelies. Hij bloeide, en omdat hij dat maar twee nachtjes doet, bleef de Hortus gisteravond bij uitzondering ’s avonds open en kwamen er 800 bezoekers kijken naar dit wereldwonder.
Gistermiddag, fantaserend over mijn aanstaande bezoek aan de Hortus, was de Victoriabloem in mijn hoofd al uitgegroeid tot een enorme joekel, maar in het echt bleek hij vrij klein te zijn: een centimetertje of twintig in doorsnee, schat ik zo in. Desondanks had ik een speciaal gevoel toen ik er gisteravond bij was. De Victoria blijft toch iets mysterieus houden. Dat nachtbloeien fascineert me: het is zo totaal omgekeerd aan het bioritme van de plantaardige goegemeente. En dat hij maar twee nachtjes bloeit, vergroot het drama alleen nog maar meer.
De rondleider vertelde dat de bloem, als hij de eerste nacht opengaat, een sterke ananasachtige geur verspreidt, waarmee hij hordes insecten aantrekt die op de overheerlijke meeldraden afkomen. Tegen de ochtend sluit de bloem zich weer, vermaken de torretjes en kevertjes zich binnen met hun feestmaal, en als de bloem de tweede avond voor de laatste keer opengaat, laat hij de insecten vrij en zakt naar de bodem om zaad voor volgend jaar te vormen. Met het stuifmeel op hun lijfjes bevruchten de insecten vervolgens de volgende bloem die ze bezoeken.
Ook al is de bloem van de Victoria maar klein, de plant heeft wel joekels van bladeren. Dat zijn een soort dienbladen die enorm snel groeien en wel 2 meter doorsnee kunnen worden. Eigenlijk vind ik die veel bijzonderder om te zien dan de bloem, en de rondleider vertelde ook interessante dingen over de bladeren. Eind mei had hij een minuscuul Victoriaplantje uit België gehaald, het paste in zijn hand, zei hij, en moet je nu eens kijken: de plant beslaat de hele vijver (die overigens continu op 29 graden Celcius wordt gehouden – het is en blijft een plant uit de Amazone). De bladeren zijn onderin gevuld met luchtpijpen en hebben een enorm draagvermogen; ze kunnen wel 40 kilo hebben (ik ben benieuwd waarom de plant dat nodig heeft, maar daar zei de rondleider niets over). Er kan een kind op het blad zitten, zoals te zien is in onderstaand filmpje uit de oude doos: in de jaren ’50 trokken ook al hordes bezoekers naar de Hortus om de Victoria te bekijken. Grappig, er is eigenlijk weinig veranderd in al die jaren, dacht ik toen ik het filmpje zag. Nou ja, alle mannen droegen toen saaie pakken, dat is gelukkig wel veranderd.
De Victoria maakt soms wel dertig bloemknoppen aan, en ik zag er gisteravond verscheidene onder het wateroppervlak klaarliggen, dus als je de bloem nog graag wilt zien bloeien: houd de site van de Hortus in de gaten, www.dehortus.nl: als de volgende knop op barsten staat, gaat de Hortus – indien mogelijk, zeggen ze er wel bij – nog een keertje ’s avonds open. Zo houden de Victoria én de Hortus het spannend.