Dat ik jullie deze vrolijke plaatjes kan laten zien, komt alleen maar doordat het tuincentrum zo hoogontwikkeld is dat ze hartje winter doodleuk bloeiende tuinplanten te koop hebben staan. Want eerlijk is eerlijk: in mijn tuin is er momenteel…
…niet één plant zo dwaas om te gaan bloeien – de helleborussen daargelaten, maar dat is dan ook een apart slag volk.
Ik stond in de winkel voor deze sleutelbloemen te dralen totdat ik een krachtige impuls voelde: ach vooruit ook maar, ik koop ze, dan heb ik tenminste wat kleur in mijn tuin. Na al die sneeuw en kou en nattigheid en zompigheid (het grondwater staat momenteel deprimerend hoog in Amsterdam) kon ik wel een kick gebruiken. En voorbijlopen aan sleutelbloemen als deze (Primula veris ‘Lemon’ om precies te zijn) kan ik gewoonweg niet. Daar zijn ze te bijzonder voor: teer en krachtig tegelijk, de herauten van de lente. Dus hopla, daar stonden ze al in mijn blauwe plantenkratje achterop mijn fiets.
Begrijp me goed: normaalgesproken ben ik helemaal niet zo’n primula-fan, de meeste vind ik kitscherige perkplanten: felle, vloekende, onnatuurlijke kleuren. Maar deze, met zijn zachtgele bloem, bekoort mij. Bijna net zoveel als de Primula vulgaris, de stengelloze sleutelbloem. Dat vind ik echt een van de toppers op aarde, omdat hij nog meer eenvoud uitstraalt. Maar helaas heb ik die nog nooit ergens kunnen krijgen.
Anyway, het voelde als een daad van victorie om dit bloeiende grut in mijn momenteel zo ijzig kale tuin te planten. Maar dat gevoel veranderde toen mijn primulaatjes er eenmaal stonden. Opeens vond ik ze toch wel een beetje kunstmatig ogen.
Gemengde gevoelens: heel mooi hoor, dit fijne schouwspelletje, maar het klopt gewoon niet om ze midden in het gapende niets zo uitbundig te zien bloeien, met de plakken oudbakken sneeuw er nog naast. ‘Het lijkt wel of die plantjes niet goed snik zijn,’ is het eerste wat je denkt als je ernaar kijkt.
En dan is er ook nog een ander niet onbelangrijk puntje: ik moet nog maar afwachten of ze niet worden kaalgevreten. In de winter wemelt het van de wilde beesten die helemaal high worden van verse jonge blaadjes. Zoals daar zijn: slakken… o nee! Ik hoop dat die kaalvreetmachines nog even weg blijven.
Had ik me beter kunnen inhouden? Nee, toch maar niet. Af en toe een stevige oppepper keeps the plumbing running.
heel gezellig in deze natte tijd /