Knoflook (2)

Een van mijn trouwe volgers vroeg me van de week wanneer je knoflook nou kunt oogsten. Ze wist niet hoe je kunt zien of de knoflookbolletjes al rijp zijn.
Het antwoord is: knoflook is rijp als het loof bruin begint te worden en op omvallen staat. Meestal gebeurt dat in juli:
IMG_3307
Helaas had ze geen geluk met haar knoflook dit jaar: ze stuurde me een foto van hoe ze een zielig pootteentje uit de grond haalde – er was geen mooie dikke bol vol teentjes uit dat ene teentje gegroeid. Wat was er fout gegaan? Ze had de knoflook in een pot geplant, en de aarde zag er vrij nat uit – ik kreeg zo’n donkerbruin vermoeden dat haar knoflook te nat heeft gestaan, en daar houdt deze mediterrane klant helemaal niet van. Knoflook wortelt het liefst in de meest losse of zanderige grond die er maar is: dan heeft de plant de ruimte om te groeien en wordt hij niet te nat, omdat het regenwater daarin snel naar beneden zakt. Waar je bij knoflook ook erg op bedacht moet zijn, is Sclerotium cepivorum, een witte schimmelziekte die de wortels van lookplanten (zoals ui, bieslook, prei en knoflook) doet rotten, waardoor de plant niet lekker kan doorgroeien en uiteindelijk helemaal stilvalt. De sporen van Sclerotia – kleine zwarte pitjes – kunnen tot wel 7 jaar overleven in de grond. De beste remedie is dus op die plek 7 jaar lang geen lookplanten meer te zetten.
IMG_3308
Hier zie je hoe ik vorige week mijn knoflook oogstte, een geweldig moment vond ik dat. Het wonder der natuur had zich weer voltrokken: één teentje was bij mij wél tig teentjes geworden. Het is natuurlijk niet leuk als dat niet gebeurt, maar zo nu en dan doen planten het nu eenmaal niet in je tuin, daar ontkom je niet aan. Tja, het maakt me ook wel weer des te blijer als ze wél doen wat ik wil. Het oogstmoment bezorgt me dan een bijzonder geluksgevoel. Alles komt erin samen: het vooraf maken van de plattegrond van m’n moestuin (“dáár zet ik dit jaar de knoflook”), het uitzoeken van de dikste teentjes (want dat worden de mooiste bollen), het voorbereiden van de grond, het planten, het omhoog zien komen van de eerste groene blaadjes, het wieden, het vaak even kijken, het lange, spannende wachten… En dan kun je er daarna ook nog eens lekker van gaan eten, kortom: happy mind – happy body, oftewel: tuinieren is veel werk en soms ga je totaal de mist in, maar het maakt écht gelukkiger.
In mijn volgende post vertel ik hoe je knoflook kunt bewaren, en geef ik tips over hoe je het moet planten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *