Ik lijk wel van het ene naar het andere groene evenement te gaan dezer dagen. Koud terug van de Keukenhof stapte ik vorige week alweer in het vliegtuig om in Londen naar het tuin-event der tuin-events te gaan: de jaarlijkse Chelsea Flower Show. Ik had er al veel…
…over gehoord, en het op de BBC al vele jaren watertandend bekeken, want “Chelsea” (zoals de tuinminnende Britten hun evenement liefkozend en vol trots noemen) is zo ongeveer de belangrijkste tuin- en plantenbeurs ter wereld, waar de crème de la crème van kwekers en tuinontwerpers zichzelf presenteert. De Britten eren hun tuinen als geen ander volk ter wereld, je voelt daar aan alles hoe ze zich wentelen in het plezier van tuinieren. Wat dat betreft lopen wij Nederlanders nog behoorlijk wat levensvreugde mis. Hier zou het ondenkbaar zijn dat de NPO een week lang elke avond prime time urenlang uitzendt over bloemetjes en plantjes en showtuinen die vanuit allerlei invalshoeken heel serieus steeds weer opnieuw worden besproken. Maar bij de BBC gebeurt het. Heerlijk!
Kortom, dit immense Chelsea-spektakel moet je eens in je leven gezien hebben, vond ik, als je jezelf serieus neemt als tuinmens.
Dus deed ik niet moeilijk over de kosten en bestelde ik een ticket naar Londen en reserveerde ik een hotel in de zinderende metropool.
“Ben je echt alleen voor die bloemetjes heel naar Londen gegaan?” vroegen bezorgde Nederlanders mij.
Nou, ik kan ze verzekeren: het was de reis meer dan waard. Ik keek mijn ogen uit bij Chelsea. Het is echt een fenomeen.
De planten en gewassen waren tot hun maximale schoonheid opgevoerd (zo mooi krijg ik ze nooit, maar alla, het is fijn om in levenden lijve kennis te maken met de gouden standaard, dan weet je waar je naartoe kunt werken) en de “showgardens” van de topontwerpers (waarvan sommigen een gouden medaille van een speciale Royal Horticultural Society-jury hadden gekregen, een traditie op Chelsea) ravissant.
De planten in de showtuinen waren allemaal op hun allermooist en stonden vrijwel allemaal tegelijkertijd in bloei (de kwekers in Engeland trekken de bloemen speciaal voor, opdat ze in de Chelseaweek hun peak performance hebben). Dat geeft een beetje een onwerkelijk “te mooi om waar te zijn” effect, maar stiekem vond ik dat ook fantastisch om te zien. Het was weliswaar jammer dat je alleen maar vanachter een touw naar die showgardens mocht kijken (een tuin beleef je pas echt als je er in bent, vind ik), maar wat ik zag waren pure sprookjes. Ik had een beetje het Eftelinggevoel dat je als kind hebt wanneer je kijkt naar het paleis van Doornroosje: je gelooft het echt en staat als aan de grond genageld als je een kabouter met een hengel in een vijver ziet staan vissen (wat mij in De Efteling overkwam op mijn vierde: mijn vader kon me niet meer mee krijgen, ik verzette geen stap meer). Kortom, Chelsea is het Disneyland voor de tuin- en plantenliefhebber.
Zoals het een pretpark betaamt was het heul druk. Je kon er over de koppen lopen. Ik moest op mijn tenen gaan staan om iets van de showgardens te kunnen zien, zoveel mensen verdrongen zich om een glimp op te vangen.
“Chelsea is niet alleen voor mensen die van tuinen houden,” zei mijn Nederlandse tulpenvriendin Carien die ik bij Chelsea tegenkwam, “het is ook gewoon een leuke dag uit voor veel Engelsen, een plek om gezien te worden, te picknicken in het belendende park, en om celebs te spotten.” En inderdaad: Joanna Lumley was er (Patsy uit Absolutely Fabulous), en niet te vergeten mijn tuinheld Monty Don, de presentator van het geweldige wekelijkse BBC-tuinprogramma “Gardeners’ World”.
Ik werd als een magneet naar de stand met de traditioneel gebakken kleipotten getrokken, waar de aardige eigenaresse mij in heerlijk Oxford English uitlegde hoe deze tuinpotten worden gemaakt (met de hand, en gebakken in vlammen die de potten likken.. dan heb je mij helemaal gewonnen). Ze vertelde me dat ze deze potten ook voor de tuin van prins Charles maakt. Ik snap de Britse prins volkomen: dit zijn gewoonweg de mooiste, meest authentieke potten die er op aarde zijn. Ik vond het jammer dat ik met het vliegtuig was. Misschien ga ik er toch maar eens eentje bestellen, want ze leveren ook per post.
Carien was niet zomaar op Chelsea, zij had dit jaar de voor een Nederlander uitzonderlijke eer een zogeheten “fresh garden” te mogen maken: een kleinere showtuin. Het bekende tuintegelbedrijf Schellevis had haar gevraagd hun reclamestand te verfraaien met zo’n tuin. Carien was zichtbaar in haar element. De hele week voorafgaand aan Chelsea was ze druk in de weer geweest haar bruinkleurige tuin, met als thema “Dutch chocolate”, op te bouwen. Tijdens de Chelseaweek was ze elke dag op de tuin om belangstellenden rond te leiden. “Bruin is een kleur die we niet moeten veronachtzamen in onze tuinen,” vertelde Carien terwijl ze me rondleidde. “De kleur van pure chocolade is de basis in deze tuin, met als contrast hier en daar karamel, oudroze en crème, en koninklijk Nederlands oranje.” Ze had prachtige tulpen, cosmos, irissen, geraniums, rozen en dahlia’s (om er een paar te noemen). En een primeur: een chocoladekleurige Baptisia van kweker Coen Jansen, net nieuw gekweekt. Kijk, dat is nou het leuke van Chelsea: je ziet alles heet van de naald, op z’n allermooist, en je ontmoet enthousiaste mensen als Carien, die de hele tijd lopen te stralen. Ja, ik ga volgend jaar weer. Of, zoals Joanna Lumley het zei: “Telkens als je door Chelsea loopt, zie je weer iets nieuws. Zelfs als je elke dag van de week gaat, heb je nog niet alles gezien.”
wat een boeltje in dat engeland , ik hou me maar bij een pot Narcissen op het balkon wel zo makkelijk /sukses met je tiun ///
Goedemorgen,
Ik ben net op uw site terecht gekomen en zou heel graag op uw mailinglijst komen, als dat kan. Leuke stukken om te lezen!
Met vriendelijke groet,
Saïra
Hi Saïra, dank voor je leuke reactie, goed om te horen; daar doe ik het voor:-)
Ik heb nog geen mailinglijst, maar ben wel van plan er eentje te gaan maken binnenkort. Hou het dus even in de gaten!
Groetjes Edwin.