Mijn aardappeloogst is alweer een week of drie geleden, maar het blijft leuk te vertellen over dit succesvolle aardappeljaar. Hier zie je een deel van mijn oogst van “Koopmans Blauwe”, een klein maar lekker stevig, smakelijk aardappeltje. Als licht kruimige kookaardappel doet hij het zeer goed op je bord. Maar de Koopmans is nog van meer markten thuis: nadat ik een zakje aan mijn collega Saskia had gegeven, bleek al snel dat je er nog meer lekkers mee kunt bereiden. Saskia is een echte Bourgondiër en ook een Vlaamse, dus het kon niet anders dan dat ze er meteen frieten van begon te maken, en die smaken dus ronduit goddelijk. “Normaal eet ik altijd mayonaise bij de frieten die ik van supermarktaardappelen maak,” bracht Saskia verslag uit, “maar bij deze had ik helemaal geen mayonaise meer nodig, zo lekker zijn die aardappels van jou! Nu snap ik waarom jij een moestuin hebt!”
Inderdaad, aardappels uit eigen tuin: dat is zo ongeveer de essentie van moestuinieren. De smaak die je eigen aardappels je geven, vind je nergens. Het mooiste is als je ze eet op de dag dat je ze uit de grond hebt gehaald; de suikers in de aardappels beginnen namelijk aan een veranderingsproces nadat je ze hebt losgemaakt van de plant. Hoe sneller na de oogst je ze eet, hoe lekkerder.
Maar het is natuurlijk ook het hele gedoe dat je ervan hebt wat het zo bevredigend maakt zelf aardappels te kweken. Eind maart begon het plezier al: ik legde mijn pootaardappelen binnen op de vensterbank, om ze te laten voorkiemen. Op de vensterbank leggen is veel beter dan ze in het donker laten liggen. In het donker maken ze, op zoek naar dat ene straaltje licht in de verte, namelijk lange, dunne, slappe scheuten aan, waarmee ze veel energie verliezen; leg je ze daarentegen achter glas in de zon, dan krijgen ze mooi stevige, korte scheuten en barsten je aardappels van de energie op het moment van poten.
Dat voorkiemen is een spannende beginfase: vaak ga ik even kijken of er al mooie scheutjes tevoorschijn komen. Dit jaar had ik zes soorten aardappels, en geboeid observeerde ik de verschillen: de kiemsnelheid was bij elke aardappel anders, evenals de dikte en de grootte van de scheuten.
Daarmee is de spanning nog niet over, want je krijgt vervolgens de Grote Beslissing wanneer de voorgekiemde aardappeltjes nou de grond in kunnen. Normaalgesproken is dat de tweede week van april, maar stel dat het nog gaat vriezen? Dat kun je niet hebben, aardappels zijn daar erg gevoelig voor. En trouwens, los daarvan: de grond mag sowieso niet te koud zijn, want aardappels zijn koukleumen. Ze doen niks als de kou nog in de grond zit. Tja, hoe ga je dat nou weer uitvinden, of de aarde warm genoeg is voor je aardappels? Het schijnt een ouderwets gebruik te zijn met je blote billen op de aarde te gaan zitten. Als je dan denkt: “Hè bah, wat koud!”, dan kunnen je aardappels dus nog niet de grond in. Haha, ik heb dat niet gedaan. Ik houd het bij mijn vingers, die vind ik gevoelig genoeg.
Dit jaar gingen mijn aardappels 15 april de grond in. Hoe het verder ging, en welke aardappeltips ik voor je heb, lees je in mijn volgende post.