Eén plant maakt al aardiger mens van je

IMG_0080

Het contact met de natuur doet wonderen voor onze geest: psychologen hebben ontdekt dat je er beter door gaat rekenen en herinneren, en dat je je problemen er makkelijker door kunt oplossen. Onderzoekers van de universiteit van Berkeley kunnen daar nu aan toevoegen dat bomen en planten je ook nog eens genereuzer maken, en daarnaast je vertrouwen in anderen een boost geven. Daar heb je niet eens een wijds landschap of een complete tuin voor nodig, want één kamerplant blijkt al wonderen te doen: proefpersonen die in een ruimte met een mooie plant waren geplaatst, gaven daarna veel meer tijd aan een goed doel dan degenen die in een kale ruimte hadden gezeten.

De onderzoekers ontdekten nog iets interessants: dat er mensen zijn die meer oog hebben voor de natuur dan anderen. Op hen heeft de natuur het sterkste effect: zij worden er nóg ietsje behulpzamer van dan de rest.

 

Lees het originele artikel:

An occasion for unselfing: Beautiful nature leads to prosociality, Journal of Environmental Psychology, maart 2014

WEEK VAN 17 TOT 24 MAART:

IMG_0525

Klus van de week: Mulchen

Geef je borders een frisse start door ze te bemesten met verse, bemeste tuinaarde. Zelf heb ik vorige week heel stoer vier compostbakken vol over mijn moestuin verspreid, maar je kunt natuurlijk ook compost kopen. Planten schijnen champignoncompost het allerlekkerst te vinden, maar ik heb helaas nog steeds geen champignonkweker gevonden die mij zijn compost kan leveren. Wees niet zuinig en bestel een kuub, en verspreid die in je border – pas op dat je je net bovengronds komende planten niet teveel bedelft. Maak om je planten heen een laag van minimaal 5 cm dik, dan geef je het onkruid dat al in de grond zat minder kans – het zal dan te weinig licht krijgen om te groeien.

 

Bloemen

Leliebollen planten 

Plant leliebollen in potten, dan geniet je straks in de zomer van die prachtige bloemen op je terras.

Border opruimen

Haal in je borders alle afgestorven delen van overblijvende planten weg die je had laten staan in de winter omdat het er nog zo mooi uitzag. Pas op dat je niet ook de nieuwe scheuten meetrekt – iets wat mij soms gebeurt als ik het te snel wil doen.

Siererwt zaaien

Je hoeft ze niet te laten weken of in te kepen met een mesje, maar je kunt ze gewoon rechtstreeks uit het zakje twee centimeter diep in de volle grond stoppen en je hebt in juni geweldige fleurige planten waar je veel oh’s en ah’s mee krijgt. Tip: zaai het dubbele aantal zaadjes van het aantal planten dat je wilt – dan ben je er zeker van dat je straks het gewenste aantal planten hebt staan. Zaai op een plek waar veel zon komt, dan krijg je de meeste bloemen.

Rozen snoeien

Ik heb (nog) geen rozen in mijn tuin – ik heb een bloedhekel aan die akelige prikkers – maar als je ze wel hebt: nu is het moment ze te snoeien. Knip ze af tot drie ogen boven de grond, dan kunnen ze weer lekker uitlopen tot stevige, grote planten. Geef ze ook nog wat rozenmest en je zult versteld staan hoeveel beter ze erdoor zullen groeien.

 

Groente & fruit

Zaaien

Je kunt al spinazie en ui zaaien, en plantuitjes poten. Denk erom dat de vogels plantuitjes ook graag lusten – bij mij hadden ze er een dag na het planten al een paar gepikt. Nu heb ik ze afgedekt met vliesdoek.

Voorkiemen

Aardappels leveren een grotere opbrengst als je ze voorkiemt, ongeveer drie weken voordat je ze plant. Leg ze op een lichte plek, achter glas – het mag er niet gaan vriezen. Er zullen zich stompe uitstulpinkjes vormen op de aardappels, waardoor ze straks barsten van de energie als je ze in de grond stopt – ze zullen er extra hard door gaan groeien, en een grotere oogst opleveren.

 

Tuinkas

Zaaien

Qua groente kun je nu komkommers, aubergines, paprika en ui zaaien; qua sierplanten kun je nu al diverse soorten zaaien, zoals die superzomerse gazania, petunia, begonia, geranium en verbena.

Doe de dahliatruc

Dahlia’s rechtstreeks in de tuin planten kan pas als het vorstgevaar is geweken – officieel is dat pas half mei. Voordat ze in bloei staan, ben je dus zo een paar maanden verder. Een manier om ze eerder in bloei te krijgen, is wat tuinlieden “voortrekken” noemen. Plant ze dus in potten en zet die in de kas – zorg wel dat je je kas kunt verwarmen mocht het opeens nog hard gaan vriezen. In de tweede week van mei moet je ze wel even een paar dagen “afharden”: zet ze elke dag een paar uur buiten, dan wennen ze alvast aan hun nieuwe bestemming. Plant ze vervolgens half mei in je tuin (liefst met een lekker voedzaam laagje compost aan hun voetjes) en de eerste bloemen zullen al in juni tevoorschijn komen.

Onkruid wieden

Ackerwinden

Het is er altijd en het groeit altijd harder dan je denkt: dat rottige, hondsbrutale, woekerende onkruid. Onkruid is eigenlijk niets anders dan een verzamelnaam voor de plantensoorten die zich het meest thuisvoelen in je tuin – in tegenstelling tot de planten waarop je zo verliefd werd in het tuincentrum; die horen helemaal niet in je tuin, en zouden zonder jouw intensive care hopeloos ten onder gaan. Onkruid trekt namelijk de voedingstoffen uit je grond en steelt het licht van je planten, waardoor die in no time kunnen veranderen in zielige hoopjes ellende, en uiteindelijk helemaal worden platgewalst. Kortom: de basis van tuinieren is onkruid de baas blijven. Dat doe je het best door zo regelmatig mogelijk te wieden – dat bespaart je uiteindelijk de meeste tijd.

Vind je wieden geen leuke klus? Mwoah, het heeft ook wel iets meditatiefs en rustgevends, vind ik, om op je knieën te gaan zitten en geduldig met je handen je borders vrij te maken van al die ongenode gasten. Bovendien heb je in één adem door ook de gelegenheid je planten eens van dichtbij te inspecteren en te kijken hoe het met ze gaat. En het is natuurlijk een mooie spieroefening; de sportschool kun je die dag overslaan.

Onkruid groeit op dit moment nog niet zo hard als straks in mei – dan gaat het echt als een dolle tekeer, dus wees erbij voordat het zich verspreidt en zaad gaat zetten. Is je grond droog, dan kun je de uitgetrokken onkruidjes laten liggen. Is je grond vochtig, dan moet je ze op de composthoop gooien of in een afvalzak deponeren, anders groeien de worteltjes gewoon weer de aarde in.

Als ik je één raad mag geven, opgedaan uit jarenlange frustratie: pak vooral hardnekkige onkruiden zeer streng aan. In mijn tuin staat winde (oftewel “pispotje” – gna gna, een lekker vervelende naam voor een heel irritant plantje) nummer 1 op de lijst van meest gehate onkruiden. Om meerdere redenen:

 

  1. Het is een buitengewoon agressieve plant die zich als een wurgslang om je planten heen strengelt.
  2. Zijn talrijke bladeren hangt hij voor de gastplant, waardoor die geen licht meer krijgt en verzwakt.
  3. Hij laat zijn wortels meters ver allerlei kanten uitwaaieren en verstopt die tot wel een halve meter in de grond. Het ergste van alles is: als je aan die wortels trekt, breken ze heel makkelijk af, en uit zelfs het kleinste snippertje wortel dat in de aarde achterblijft, kan zich weer een heel nieuwe, akelige Triffid vormen. Kortom: door bovengronds lukraak aan een paar windes te trekken creëer je alleen maar meer satellietplantjes in plaats van minder.

De truc is om lopen op je borders zo veel mogelijk te vermijden, zodat je grond mooi los blijft, dan zitten de windewortels minder vast en breken ze minder snel af wanneer je ze eruit trekt. Een andere truc, maar die is voor gevorderden, is precies de juiste hoeveelheid kracht zetten als je aan zo’n wortel trekt: hard genoeg om hem in z’n geheel uit de grond te trekken, maar ook weer niet zo hard dat hij breekt. Het gevoel dat ik heb als het me lukt om zo’n hele witte wortel er in één keer uit te trekken, is zalig. “Yiha, weer een alien minder!” denk ik dan. Alsof ik een pijnlijke splinter in één keer uit mijn vinger hebt getrokken… wat een verlichting.

 

Toen ik mijn tuin kreeg in 2006, zat de grond vol met winde. Eerst had ik nog niet zo door hoe verschrikkelijk dat was, maar na twee jaren van achteloze onwetendheid zat het echt overal – en leek het alsof het niet meer weg was te krijgen. Acht jaar later voer ik nog steeds een verwoede strijd tegen deze plant, en ik heb het idee dat ik het nog eens ga winnen van de walgelijke winde. Maar ik voel dat ik mijn aandacht nog lang niet kan laten verslappen.